Jiaogulan is ook bekend als zoete theeliaan, feeënkruid en zuidelijke ginseng. Het is een klimplant die inheems is in de bergachtige gebieden van Zuid-China en andere delen van Azië. Hij behoort tot de familie van de komkommerfamilie, waartoe ook komkommers en meloenen behoren.
De thee van de bladeren bevat geen cafeïne en heeft een licht bitterzoete smaak.
De Chinezen noemen jiaogulan een "onsterfelijkheidskruid” en beweren dat het verjongende eigenschappen heeft. Velen zeggen dat het het lichaam kan helpen stress te weerstaan en de cardiovasculaire gezondheid kan bevorderen. Beoefenaars van kruidengeneeskunde classificeren het als een adaptogeen, omdat wordt aangenomen dat het het lichaam helpt zonder schade of onbalans te veroorzaken.
De Chinese geneeskunde beschreef het voor het eerst tijdens de Ming Dynastie als een volksbehandeling voor aandoeningen zoals maagzweren. Van Jiaogulan-thee wordt ook gedacht dat het helpt bij hoesten, verkoudheid en andere ademhalingsproblemen zoals chronische bronchitis.
Jiaogulan werd niet veel gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde. Desondanks geloofden sommige mensen dat thee gemaakt van jiaogulan uit de provincie Guizhou je kon helpen langer te leven. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor de voordelen van jiaogulan als antiverouderingskruid. Als dat zo was, had je nu waarschijnlijk al gehoord over de sleutel tot onsterfelijkheid!
Traditionele Chinese geneeskunde gebruikt ginseng om stress, slapeloosheid, verkoudheid en griep te behandelen. Er wordt ook gezegd dat het de concentratie en het geheugen, het fysieke uithoudingsvermogen en het uithoudingsvermogen verbetert. In de Westerse geneeskunde wordt het gebruikt als een stimulerend middel.
Voorstanders van Jiaogulan schrijven voor de website jiaogulan.org dat het veel van dezelfde voordelen biedt als ginseng en gebruikt kan worden als vervanger voor ginseng.
Kruidengeneeskundigen raden meestal 2 tot 3 koppen jiaogulan per dag aan. Jiaogulan heeft weinig bekende negatieve bijwerkingen.